Op de vraag waarom hij de tweede termijn aanvaard heeft antwoordt De Boer: “Met steeds uitdagendere opgaven op het gebied van milieu- en VTH-taken heeft de RUD Zuid-Limburg een belangrijke taak in het ondersteunen van de Zuid-Limburgse gemeenten. Ik vind het fijn als ik hier als plaatsvervangend voorzitter, samen met de collega-bestuurders in zowel het AB als DB, deel van mag uitmaken”. De Boer vervolgt: “Binnen de organisatie van de RUD is, veel kennis en expertise op het gebied van de milieu- en VTH-taken. Voor veel gemeenten, waaronder ook Landgraaf hebben, naast deze wettelijk verplichte basistaken, vooral de zogenaamde Plus-taken die de RUD biedt, een duidelijke meerwaarde. Het is voor veel gemeenten ondoenlijk en niet efficiënt om alle specialistische milieu-expertises, in ‘huis’ te hebben. Hiervoor kun je als gemeente, op het moment dat daar behoefte aan is, een beroep op de RUD doen”.
Net als alle omgevings-, en uitvoeringsdiensten stelt de aankomende Omgevingswet, naar verwachting in januari 2023, de RUD Zuid-Limburg voor een grote uitdaging. Niet alleen moeten een groot deel van de werkprocessen anders worden ingedeeld, maar gemeenten, omgevingsdiensten en andere relevante keten-partners moeten intensiever samenwerken en informatie delen. Hoe kijk je hier tegen aan, vanuit jouw rol als burgemeester en als plaatsvervangend voorzitter? De Boer: “Naast de onderlinge afstemming van de werkprocessen, zullen gemeenten en RUD ook meer met elkaar moeten samenwerken op digitaal gebied, vanuit het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). In deze fase, voorafgaand aan de invoering van de Omgevingswet, is het belangrijk dat gemeenten en RUD afstemming met elkaar te zoeken. Ook het oefenen met de nieuwe werkprocessen en informatie uitwisselen via de nieuwe VTH-software is in deze fase relevant. Intensievere samenwerking tussen gemeenten en RUD is mijn inziens dan ook een ‘goede ontwikkeling’. Op die manier leveren we samen een waardevolle bijdrage aan de verbeterdoelen van de Omgevingswet. Ik denk hier onder andere aan het versnellen en verbeteren van het vergunningenproces en de verbeterde samenhang tussen beleid, besluitvorming (onder ander op het gebied van vergunningen) en (lokale-) regelgeving.”
Volgens De Boer staat de RUD Zuid-Limburg de komende tijd voor een drietal uitdagingen. Naast de eerder genoemde uitdagingen die de aankomende Omgevingswet met zich meebrengt, ziet hij de maatschappelijke ontwikkelingen in combinatie met de krapte op de arbeidsmarkt. Als een van de belangrijkste pluspunten van de aankomende Omgevingswet noemt de Boer de grotere bestuurlijke afwegingsruimte en beleidsmatige speelruimte die gemeenten krijgen. Tegelijkertijd onderkent hij ook dat dit meer expertise en extra vaardigheden vraagt bij zowel gemeenten als ook de RUD. Als voorbeeld noemt hij de verschuiving naar het ‘ja-mits-beginsel’ en het ‘integraal werken en denken’.
Aangesloten gemeenten kunnen sinds kort, via de RUD Zuid-Limburg, ondersteuning krijgen van een milieucontactpersoon. “Een goede ontwikkeling” vindt De Boer. “Vooral met de komst van de Omgevingswet wordt dit nog belangrijker, vanwege de verkorting van de procedurele termijnen en de nieuwe ‘lokale afwegingsruimte’ ten aanzien van milieu-thema’s sluit deze service goed aan bij de ambitie en het plan van aanpak van de RUD Zuid-Limburg om zich verdere als Kenniscentrum te ontwikkelen.
Naast de ontwikkelingen rondom de Omgevingswet spelen ook maatschappelijke thema’s rondom de energietransitie, klimaatadaptatie, mobiliteit, omgevingsveiligheid en circulaire economie een niet aflatende uitdaging. Dit past volgens De Boer dan ook weer prima de ontwikkelingen van de RUD naar regionaal Kenniscentrum. “De grootste uitdaging, om alle ambities waar te maken en uitdagingen het hoofd te bieden, blijft echter de krapte op de arbeidsmarkt”.
Afgezien van de uitdagingen in de regio heeft de RUD ook te maken met een veranderend VTH- stelsel. De Boer noemt de ontwikkeling RUD van een ‘uitvoeringsdienst’ naar een ‘omgevingsdienst’ een positieve ontwikkeling. “Het beschikken over ‘kennis’ en ‘data’ wordt steeds belangrijker met de grote maatschappelijke opgaves die op gemeenten afkomen. Het gebruik van ‘data’ als informatiebron en als element van sturing en duiding van ontwikkelingen wordt steeds belangrijker”.
Op de vraag welke kansen de RUD Zuid-Limburg moet pakken en verzilveren antwoord de Boer dat het vooral gaat om voortdurende kennisontwikkeling en het versterken van de data-ontwikkel en -analyse rol om ook in de toekomst goed in te blijven spelen op maatschappelijke vraagstukken en opgaven. Verder noemt De Boer intensievere samenwerking, data- en kennisdeling met andere uitvoerings- en omgevingsdiensten als belangrijke voorwaarden om gemeente nog beter te kunnen adviseren bij gemeentelijke beleidsvraagstukken en -ontwikkelingen.
Een van de verbeterdoelen uit de Omgevingswet is dat gemeenten meer lokale afwegingsruimte krijgen. Dit vraagt volgens De Boer om “ een nieuwe dynamiek en wisselwerking tussen overheden, burger en ondernemer, waarbij participatie en draagvlak nog belangrijker wordt”.